Greenport Noord – Greenport Noord maakt tuinbouw toekomstbestendig

De tuinbouwsector staat voor grote opgaven. De belangrijkste zijn de energietransitie,
verduurzaming en personeel. Zaken die je als zelfstandig bedrijf kunt aanpakken, maar
zoals Inge de Vries van Drenthe Growers zegt, bereik je meer wanneer je je verenigt.
Inge is sinds een jaar regiovoorzitter Glastuinbouw en initiatiefnemer van Greenport
Noord. ‘Als je partijen of mensen aan elkaar verbindt, weet je wat er bij iedereen speelt
en kun je samen optrekken. Dat maakt je niet alleen als ondernemer, maar ook als
regio krachtiger, wendbaarder en beter zichtbaar.’

Jarenlang was ondernemen in de tuinbouwsector in Zuidoost-Drenthe een vanzelfsprekendheid. De crisis van de beginjaren ’10 werd afgewend, met sterke focus op het eigen bedrijf. Inmiddels was in 2019 het Tuinbouwakkoord getekend, met als belangrijkste doel een gasloze sector in 2040. Op dat moment kwam het besef dat de regio landelijk niet goed was aangehaakt. ‘In andere gebieden drukten de Greenports een belangrijke stempel op het beleid. Niet dat wij inhoudelijk, qua innovatie en kwaliteit voor hen onderdeden, maar we waren niet zo goed in onszelf verkopen.’ Inge vervolgt: ‘We stonden ook niet meer op de kaart stonden bij gemeente en provincie, waardoor we tegen beperkingen aanliepen. Blijkbaar hadden we te weinig verteld waar we mee bezig waren en waar we goed in waren.’

Vertellen
Dat moest anders en dus richtten Inge en haar collega’s een eigen Greenport op. Op aanraden van Sjaak van der Tak, destijds voorzitter van Glastuinbouw Nederland, richtten ze zich meteen op Groningen, Drenthe en Friesland. ‘Tuinbouwbreed, omdat de glastuinbouw in onze regio vrij klein is en alle tuinbouwbedrijven voor dezelfde opgaven staan.’ Dus werden bollen-, buitenbloemen- en boomtelers ook betrokken. ‘Twee jaar lang zijn we elke vrijdagochtend bij de bedrijven langsgegaan. Om te vertellen over ons idee, maar ook om op te halen wat er leeft.‘ Inmiddels is er een bestuur met vier ondernemers en directeuren van Aeres, met veel mbo’s in Friesland en de Rabobank met een sterk tuinbouwnetwerk in Noord-Nederland. Ze geloven allemaal in de kracht van het netwerk en willen in samenwerking de uitdagingen aangaan.’

Netwerk
Het programma van Greenport Noord heet Bouwen en Verbinden. ‘We bouwen nieuwe netwerken om samen met de opgaven aan de slag te gaan. We gaan gewoon aan de slag en voor de problemen waar we onderweg tegenaanlopen, zoeken we partijen die kunnen helpen met de oplossing.’ Een goed voorbeeld dat echt impact maakte is de kennissessie, waarin Greenport Noord in samenwerking met LTO, bestuurders van gemeenten met elkaar in contact brachten op het thema huisvesting. ‘Op die manier creëer je een relevant netwerk, sterk aansluitend op de praktijk. En zo vinden we oplossingen waar alle tuinders meteen van kunnen profiteren.’ Bij de implementatie hiervan speelt de Greenport ook een grote rol.

ORTESE
Met deze manier van werken gaan de tuinders ook de andere uitdagingen aan. Zoals ‘van het gas af’ in 2040. ‘Nu hebben wij in Erica geluk dat wij mee kunnen draaien in het ORTESE-project’, vertelt Inge. ORTESE staat voor Ontwerpen en Realiseren van een Toekomstbestendig Energiesysteem in Emmen. Een gezamenlijk initiatief van de gemeente Emmen, het Ministerie van Klimaat en Groene Groei, Enexis en de provincie Drenthe, om de energietransitie te faciliteren en de druk op de bestaande energie-infrastructuur te verminderen. ‘Dat gaat niet alleen om slimme energieoplossingen, maar ook over samenwerking en het bouwen van netwerken om het toekomstige energiesysteem samen vorm te geven. De kennis die hierin wordt opgedaan kan landelijk gebruik worden voor nieuwe energie-hubs. Dit kan ook een oplossing zijn voor andere kleine tuinbouwclusters of bedrijven die solitair zijn, maar wel andere bedrijvigheid in de omgeving hebben.’

Plantgezondheid

Een andere grote opgave is water, want in 2027 komt de Kaderrichtlijn Water, de nieuwe waterwet, die voorschrijft dat al het oppervlaktewater schoon moet zijn. Dat betekent dat je geen meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen meer mag lozen in het oppervlaktewater. ‘Tegelijkertijd zeggen we, wat niet gespoten wordt, valt ook niet in het water.’ Dat vertaalt zich in bevorderen van plantgezondheid. Door te zorgen voor sterke rassen, die minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben, wordt de bodem ook verbeterd. Over de gewasbeschermingsmiddelen is maatschappelijk veel te doen. Ook hierin ziet Inge dat er meer verhalen gedeeld moeten worden. ‘Veel tuinders zijn al druk bezig met biologische teelt, kijken hoe het duurzamer kan. Wij doen bijvoorbeeld mee aan een 100% bio pilotproject. Dat betekent dat we 5,5 hectare telen zonder chemische gewasbeschermingsmiddelen. De kunst is om mensen mee te nemen in het proces en niet pas naar buiten treden als het is gelukt. Gewoon onze menselijkheid laten zien.’ En de kennis delen en zorgen dat dat op alle erven komt, daar is de verbinding via de Greenport weer voor nodig. Inge geeft een voorbeeld: ‘Op dit moment zijn er veel partijen bezig met die verduurzaming van de bollenteelt. Met het samenbrengen van die partijen kunnen we de krachten bundelen en samen de innovatiegelden aanvragen.’

Arbeidsmigranten
Om personeel te vinden en te houden is sociale innovatie belangrijk. ‘Denk daarbij aan een leven lang ontwikkelen; hoe zorgen we ervoor dat mensen binnen onze sector gezond oud worden en voldoende uitgedaagd blijven om het werk tot hun pensioen met plezier te kunnen doen.’ De Tuinbouw is voor nieuw personeel in steeds grotere mate afhankelijk zijn van arbeidsmigranten. ‘Wij willen het werk ook voor hen aantrekkelijk maken. Vaak komen ze hier voor een paar jaar, maar hoe kunnen we hen perspectief bieden, zodat ze willen blijven?’ Daarom bedenken ze gezamenlijk programma’s om arbeidsmigranten beter te laten aarden in Nederland. ‘Denk aan taal, het kennen van de cultuur en omgangsvormen, maar vooral’, en daar raakt Inge een heet hangijzer, ‘woonruimte. Niet iedereen wil arbeidsmigranten in hun buurt hebben. Wij huisvesten al twintig jaar mensen op onze locatie. Dat lost veel problemen op, maar ik zou liever zien dat ze overal welkom zijn.’ Ze vervolgt: ‘Hen onderdeel maken van het systeem is ook sociale innovatie. In je eentje lukt dat niet maar je kan dat vanuit een Greenport wel initiëren voor een bredere groep.’


Onderwijs
Greenport is een triple helix-organisatie en daarom is naast de overheid ook onderwijs aangesloten. ‘De meeste jongeren uit deze buurt gaan nu nog naar het Zone College in Zwolle. Wat dat betreft liggen er voldoende kansen, zeker nu Terra en Drenthe College zijn samengegaan.’ Naast de ‘groene’ studenten heeft de sector ook werktuigbouwkundigen nodig. ‘Bijvoorbeeld voor robotisering in de kassen, maar ook in het veld, bijvoorbeeld voor drones, spuitrobots, onkruidmachines, noem maar op. Techniek biedt de oplossingen voor de toekomst.’ Daarom wordt ook steeds meer aansluiting gezocht met het onderwijs. ‘Tuinbouw moet weer op de kaart als toekomstige werkplek in de regio.’


Overheid
De gemeente en provincie zijn inmiddels, door in de inzet van de Greenport, beter op de hoogte van al het moois dat er aan innovatie in de sector speelt. ‘Soms moeten we onze plek nog een beetje vinden, omdat tuinbouw niet altijd duidelijk in beleid is gedefinieerd, maar sinds we verenigd zijn kunnen we ook aan de voorkant meepraten. Bij de tussentijdse evaluatie van het landbouwakkoord zaten we aan tafel en dat helpt om in beeld te krijgen waar het naartoe gaat. En inmiddels zijn we goed aangehaakt bij de Agro Agenda, het landbouwnetwerk van Noord Nederland.’ Inge ziet de kansen, maar zegt ook dat er blijvend aandacht moet zijn. ‘Je hebt gewoon een aanjager als Greenport nodig om relevant te blijven. Daar mag best wat publiek geld of geld van grote toeleveranciers naartoe. Die investering betaalt zich namelijk dubbel en dwars weer terug’, ze erkent dat dat niet voor iedereen nog zichtbaar is. ‘Dat kan alleen maar met hele mooie voorbeelden. Daarom moeten de verhalen verteld blijven worden.’ Bij deze.

Terug naar overzicht