Verweven Waarde Scan – Impact maak je samen
De wil en de noodzaak om met positieve impact te ondernemen wordt steeds groter. Maar weet je als ondernemer wel wat je impact is en waar nieuwe kansen liggen? Dat blijkt in de praktijk niet zo eenvoudig. Daarom biedt Impact in de Regio de Verweven Waarde Scan (VWS) aan. Een assessment die niet alleen je plek op de impactladder in kaart brengt, maar ook praktische tools biedt om je impact te vergroten. Emile Suringar van Natuur en Milieufederatie Drenthe, die samen met Taeke Tuinstra van NHL Stenden de Verweven Waarde Scan uitvoert, ziet dat de bereidheid groot is. âWe spreken veel echt bevlogen mkbâers die sterk met hun omgeving begaan zijn, maar er is ook nog winst te behalen.â
Op veel vlakken doen we het in Nederland best goed, maar de grondstoffen raken op, Earth Overshoot Day komt elk jaar vroeger en de klimaatverandering stelt ons voor steeds grotere uitdagingen. Recycling is niet genoeg. âWe willen naar een echte circulaire economieâ, vertelt
Emile. âMet recycling zetten we afval opnieuw in, maar beter zou zijn, dat we minder afval produceren. We lopen steeds meer aan tegen de grenzen aan de groei. De tijd dat de economie ieder jaar rustig 3 Ă 4% kon groeien en grondstofprijzen stabiel waren, is domweg
voorbij.â Circulaire economie gaat volgens Emile daarom ook over preventie. âSlimme ondernemers gaan aan de slag om, binnen een gezond bedrijfsmodel, minder afhankelijk te zijn van groei en massa.â En daar kan de VWS een stevige rol in spelen.
Sufficientie
Emile vertelt dat er wel veel ondersteuning is voor ondernemers om hun businessmodel te verduurzamen of met MVO aan de slag te gaan, maar dat er nauwelijks aandacht is voor een stap verder, naar een circulaire samenleving. âHet blijft vaak bij zaken als energie, afvalscheiding, autokilometers enzovoort, maar het gaat nog niet over de rol van het bedrijf in de nieuwe wereld in het Nederland van 2050.â Een belangrijke term in het hele verhaal is sufficientie. Daarbij gaat het erom een gezond welzijnsniveau voor iedereen te realiseren, binnen de ecologische grenzen van de aarde. âDe actuele discussie over postgroei, ofwel einde aan de groei, betekent niet dat er niks meer mag groeien. Het gaat erover dat je met
elkaar gerichte keuzes maakt in wat je laat groeien.â De VWS brengt op een leuke en constructieve manier in kaart welke elementen van sufficiĂ«ntie voor de ondernemer interessant zijn.
Concreet
Emile en Taeke starten met een nulmeting, gebaseerd op een diepgaand gesprek met de ondernemer, aan de hand van vragen en stellingen. âDaar komt een rapport uit met uitgebreide conclusies, waarnemingen en vooral concrete aanbevelingen, waarin we de kansen en mogelijkheden voor die stap verder schetsen.â De ondernemer krijgt op zijn bedrijf toegespitste adviezen op vier gebieden: organisatie, deeleconomie, sufficientie en ecologie. âOmdat er zoveel mogelijkheden zijn, raden we hen vooral aan om eerste de drie te kiezen waar de meeste energie op zit.â Emile geeft een voorbeeld: âWe hebben ondernemer gesproken die sterk geĂŻnteresseerd zijn in de impact van hun houttoeleverancier. Als je weet
waar het hout van jouw leverancier vandaan komt, kun je uitzoeken of het bijvoorbeeld nog lokaler kan. Je zou ook een stukje van dat bos kunnen adopteren en daar zo duurzaam mogelijk bosbeheer kunnen toepassen. Op die manier ben je nauw verbonden met je product en maak je zichtbaar positieve impact.â
Begaan
Hoe een organisatie is ingericht, wat de ambities zijn en op welke manier ze hun bedrijfsvoering doen, heeft invloed. âVeel bedrijven die wij hebben gesproken zijn honderd procent aandeelhouder. Deze mensen zijn vaak begaan met de directe omgeving van hun bedrijf en willen graag iets bijdragen. Daar kun je dus wat mee.â Hij geeft een voorbeeld: âDenk aan een bouwbedrijf dat een lokaal ecodorp sponsort. En we hebben niet Ă©Ă©n ondernemer gesproken die niet die extra meter wil lopen voor Coevorden, voor Emmen, voor lokale mensen.â Nadeel is wel dat duurzaamheid en duurzaamheidsambities vaak aan een persoon zijn gekoppeld. En dat is kwetsbaar. âWe adviseren dan iemand anders medeverantwoordelijk te maken en scherpere en meetbare doelen te stellen, die door meer mensen binnen de organisatie worden gedragen.â
Alternatief
âWe richten ook een scherpe blik op het eigen pand, bedrijventerrein en de eigen grond. Daarbij kijken we samen op welke manier ze er een schepje bovenop kunnen doen om lokaal een verschil te maken.â Dat kan heel concreet en op korte termijn. âEen advies kan zijn: creĂ«er een infrastructuur die duurzaam gedrag gemakkelijk maakt. Denk aan de aanleg van een groene pluktuin, waar medewerkers uit kunnen eten tijdens de lunch. Of, als je personeel veel kilometers maakt, een deelauto bij je bedrijf plaatsen, waardoor medewerkers geen tweede auto meer hoeven te kopen en waar een aantal omwonenden ook gebruik van kunnen maken. Zo draag je op een supersimpele manier, op gebiedsniveau, bij aan de
duurzaamheid. En niet met een wijzend vingertje, maar je faciliteert een alternatief.â
Rademakers
Niet alleen het eigen bedrijf en productieproces zijn belangrijk, maar ook de keten. âWaar zitten je leveranciers, kun je misschien lokaal inkopen? Dat is niet alleen duurzaam qua vervoersbewegingen, maar ook omdat geld in de regio blijft.â Een aansprekend voorbeeld voor impact in de keten en sufficiĂ«ntie is Rademakers Gieterij in Klazienaveen. âZij zijn actief bezig om met hun klanten in de voorfase afspraken te maken. Zij krijgen bijvoorbeeld een 3D-mal aangeleverd om te gieten. Samen met de klant houden ze het ontwerp tegen het licht om te kijken of ze door een kleine verandering het productieproces kunnen verduurzamenâ, Emile legt uit: âDoor bijvoorbeeld het aanpassen van het ontwerp kunnen drie machines
minder nodig zijn bij de uiteindelijke assemblage en gaat het product misschien wel tien jaar langer mee. Op deze manier vooruitdenken is grondstoffenpreventie pur sangâ
Winst
Kortom, alles wat je als bedrijf doet heeft impact. En door te kijken naar hoe het lokaler kan, in samenwerking en in samenhang met de omgeving, creĂ«er je toegevoegde waarde. âDe kracht van het samen delen, samen organiseren, daar boek je duurzaamheidswinst meeâ, zegt Emile. âDaarom heet het ook Verweven Waarde Scan. Op het moment dat je het collectief doet, met elkaar, is het eigenlijk altijd duurzamer.â